Boeddha Menla
Sangye Menla Retraite



De beoefening van Sangye Menla is een wijdverbreide praktijk in vele boeddhistische scholen in China, Japan en Tibet. In het Vajrayana-boeddhisme is Sangye Menla de bron van de vier tantra's van de Tibetaanse geneeskunde en de beschermer van de beoefenaars van de geneeskunst. Je moet de Boeddha van de geneeskunde echter niet reduceren tot de sfeer van de medische praktijk, noch moet je verwachten dat je door zijn praktijk met genezende krachten wordt beladen.

In werkelijkheid is de boeddhistische visie op gezondheid breder: ze strekt zich uit tot de gezondheid van het hele wezen en gaat verder dan de afwezigheid van lichamelijke aandoeningen. Volgens het beginsel van onderlinge afhankelijkheid is gezondheid de harmonie tussen de microkosmos (de geest en het lichaam) en de macrokosmos (de rest van het universum). Het begint dus met de emotionele gezondheid : het zijn de giftige emoties, de negatieve gezindheid van de geest en de langdurige instandhouding ervan die op lange termijn psychisch-energetische en uiteindelijk fysieke stoornissen kunnen veroorzaken. Vanuit dit perspectief activeert de beoefening van de Boeddha van de geneeskunde het zelfgenezend vermogen van de geest door het mededogen en de wijsheid die er de bron van zijn. Sangye Menla is dus een aspect van onze verlichte natuur (Boeddhanatuur (sk. Tathagatagarbha)), de fundamentele gezondheid van de geest.

Het engagement van de Boeddha van de geneeskunde reikt verder dan de zorg voor geestelijke en lichamelijke gezondheid : het strekt zich uit tot het sociale welzijn, door de wil de zwaksten te beschermen en te helpen. "De Boeddha van de Geneeskunde is meer dan een genezer van het lichaam of de geest. Hij is de kracht van onfeilbaar mededogen dat de hele wereld verlicht - de therapeutische energie van ons diepste wezen.” (in Philippe Cornu, Dictionnaire Encyclopédique du Bouddhisme, p. 94, Edition Seuil, 2001).