Vajrayogini dakini
onderricht en overdracht met
Ven. Rigzin Jatsön Rinpoché
op dinsdag 9 juli van 10u tot 16u
Vajrayogini dakini wordt in het Tibetaans boedhisme vereerd als de opperste vrouwelijke godheid, die de essentie van de boeddhastaat representeert. Ze is de koningin van de Dakini's, een bovennatuurlijk wezen dat de hoogste yogistaat gerealiseerd heeft.
De cultus van Vajrayogini vindt haar oorsprong tussen de 10de en de 11de eeuw. Haar beoefening bestaat erin om de gewone dood, de tussenstaat van sterven en wedergeboorte, te transformeren tot een pad van bevrijding.
De essentie van Vajrayogini is grote passie, een transcendente hartstocht die bevrijd is van egoïsme en illusie. Ze zet zich hartstochtelijk in voor het welzijn van alle levende wezens en voor het vernietigen van de nieging om zich aan het ego vast te klampen. Ze is uitermate geschikt voor mensen met sterke begeerten en wijst de weg om die te transformeren in verlichte deugden.
Het voorvoegsel Vajra verwijst naar de snelheid van haar interventies: zo snel als de bliksem komt Vajrayogini dakini noodlijdende wezens ter hulp gesneld.
Doorgaans wordt ze afgebeeld in een woeste vorm, rood gekleurd als bloed. Ze bevindt zich te midden van crematieakkers en draagt een halsketting van schedels. Deze ketting verwijst naar de zuivering van het spreken. In haar handen houdt ze een schedelbeker en een vilmes om het ego en wereldse gehechtheden te lijf te gaan. Uit de beker vloeit een stroom van gelukzaligheid voor degenen die haar toegewijd zijn.
Rigzin Jatsön Rinpoché is een meester in de tantrische praktijken van de Kagyüpa en Nyingmapa Tibetaans Boeddhistische scholen en is bekend om zijn diepzinnige kennis en doorleefd mededogen.
Hij is één van de Tibetaanse meesters die zich in de loop der eeuwen heeft ingezet om lang verborgen gebleven praktijken toegankelijk te maken voor het grote publiek. Hij wordt erkend als de huidige incarnatie in de lijst van onthullers/ontdekkers van spirituele schatten. Op die manier schrijft hij zich in in de lijn van de honderd grote openbaarders die in de 19de eeuw zijn opgelijst door de grote geleerde Jamgön Kongtrül. Van vijf volledige schatten verkreeg hij de autorisatie voor de volledige transmissie.
Op negenjarige leeftijd werd Rigzin Jatsön Rinpoche toegelaten tot het Japa Kagyü klooster. Daar bestudeerde hij verschillende boeddhistische verhandelingen en praktijken onder toezicht van zijn illustere leraar Sangye Tenzin Rinpoche. Hij verwierf een uitstekende beheersing van de religieuze gezangen, instrumenten en dansen eigen aan de diverse rituele praktijken zoals Chöd (doorhakken van het ego). Na de traditionele retraite van drie jaar en drie maanden ontving hij zijn kloosterwijding.
Rigzin Jatsön Rinpoché bouwde een retraitecentrum voor nonnen en monniken en koopt dankzij gulle donaties regelmatig dieren op die bestemd zijn voor de slacht, zodat ze als vrije wezens het leven kunnen voortzetten.
Rigzin Jatsön Rinpoché woont momenteel in Taiwan waar hij verschillende centra voor Dharmastudie en beoefening leidt. Hij wordt regelmatig voor onderricht in Europa (Frankrijk, België en Nederland) uitgenodigd. Daar werkt hij aan de verspreiding van de Leer van de Boeddha, met als enige drijveer het streven naar het einde van het lijden van alle levend wezens !