Ven. Rigzin Jatsön Rinpoché

Rigzin Jatsön Rinpoche is een meester van de Kagyüpa en Nyingmapa religieuze scholen in Tibet en is bekend om zijn kennis en diep mededogen.

In de 19e eeuw schreef de grote geleerde Jamgön Kongtrül een belangrijk boek, "The Hundred Great Treasure Revelators", waarin hij de Tibetaanse meesters opsomt die zich in de loop der eeuwen ingezet hebben om de praktijkcycli die een tijdlang verborgen waren gebleven (omdat ze toen ongeschikt werden beschouwd voor de tijd en de wezens) opnieuw te verspreiden onder het grote publiek.

Rigzin Jatsön figureert in deze lijst van onthullers/ontdekkers van spirituele schatten – terma’sin het Tibetaans – en Rigzin Jatsön Rinpoche is de huidige incarnatie, erkend door zowel Trülshik Rinpoche (Nyingma) als Taï Situpa (Kagyü).

Zijn belangrijkste leraar was de illustere Sangye Tenzin Rinpoche, een invloedrijke lama in de kloosters van de regio van Nangchen (Oost-Tibet). Hij speelde een voorname rol in de ontdekking van de 17de Karmapa Orgyen Trinley Dorje.

Op negenjarige leeftijd werd Rigzin Jatsön Rinpoche toegelaten tot Japa, een Kagyü klooster. Daar bestudeerde hij verschillende boeddhistische verhandelingen onder toezicht van Sangye Tenzin Rinpoche. Dit vulde hij aan met trainingen in onder andere religieus zingen, rituele muziek en dans, en het maken van torma’s. Na zijn studies in het klooster begon Rigzin Jatsön Rinpoche de traditionele retraite van drie jaar en drie maanden. Aan het einde ervan ontving hij zijn kloosterwijding van de 12de Taï Situpa.

In termen van praktijkcycli bestudeerde Rigzin Jatsön Rinpoche de Chöd (de Snede), de Mahamudra (aard van de geest) en de Zes Leerregels van Naropa (yogische fysiologie). Hij had ook de zeldzame gelegenheid om de volledige transmissies (inwijdingen, autorisaties van de teksten, praktijkinstructies) van de volledige Vijf Schatten van Jamgön Kongtrül te verkrijgen.

Het was bij de illustere Jigme Phuntsok Rinpoche dat hij de twee delen van de praktijk van de Grote Voltooiing (Dzogchen) ontving en bestudeerde, trekchö (doorsnijden van stijfheid) en thögèl (oversteken van de piek).

Zijn diepe aantrekking tot meditatie bracht hem ertoe vele Nyoeng Né-retraites (praktijk van Chenrezi met de duizend armen geassocieerd met vasten) uit te voeren, alsook Chöd, realisatie van YidamsMahamudra en Dzogchen.

Onder zijn vele activiteiten zorgde Rigzin Jatsön Rinpoche er onvermoeibaar voor om een retraitecentrum voor monniken en een tweede voor nonnen te laten bouwen en functioneren

Tenslotte koopt hij, dankzij de gulle donaties van zijn leerlingen, regelmatig dieren terug die bestemd zijn om op de markt verkocht te worden nadat ze geslacht zijn : hij bevrijdt ze zodat ze hun leven vrij en vreedzaam kunnen beëindigen.

Rigzin Jatsön Rinpoché woont momenteel in Taiwan waar hij verschillende centra voor Dharmastudie en -beoefening leidt. Hij wordt regelmatig naar Europa (Frankrijk, België en Nederland) uitgenodigd. Daar hij werkt aan de verspreiding van de Leer van de Boeddha, met als enige drijfveer het streven naar het einde van het lijden van alle levende wezens !